Contracteren van een ambitie

Geplaatst op 12 juli 2018

Nederland staat voor een enorme opgave de naoorlogse infrastructuur en woningbouw te vernieuwen en te vervangen. Tel daar de energietransitie en de noodzaak voor een duurzame maatschappij bij op en je weet: er ligt een geweldige ambitie voor ons.

De vraag is: hoe kunnen we met de bestaande regels voor aanbesteden deze ambitie realiseren? Hoe komen innovaties verder dan een handvol pilots of projecten? Hoe kunnen we echt opschalen, zodat innovaties leiden tot substantiële kwaliteitsverbetering en structurele kostenbesparing? Hoe kunnen we ervoor zorgen dat binnen de contractperiode significante verbeteringen bereikt blijven worden? Marc Unger presenteert een visie op contracteren binnen de publieke sector die dit mogelijk maakt. De kern van deze visie is de ambitie te contracteren.

Waar komen we vandaan?
Nederland heeft een eeuwenoude sterke bouwtraditie, waarin overheid, wetenschap, ontwerpers en bouwers de ervaringen van voorgaande projecten telkens gebruikten om nieuwe, ambitieuzere projecten beheerst te ontwerpen en te realiseren. Eerst in de strijd tegen het water, later kwamen daar spoor, weg, energie en luchtvaart bij. Adriaan Geuze deed in zijn uitzending van Zomergasten in 2015 een oproep om deze traditie te herstellen. “Deze is aan het einde van de 20e eeuw kapot gemaakt door de wetten op de ruimtelijke ordening, door de aanbestedingswetgeving en door te veel geloof in de individuele kracht van de markt zonder regie. Hierdoor is op landelijk niveau de kenmerkende en versterkende vloeiende beweging uit de ontwikkelingscirkel van bedenken, ontwerpen, realiseren en evalueren gehaald,” aldus Geuze.

Bouwagenda: investeren in innovatie en vernieuwing
Vorig jaar is de Bouwagenda gepubliceerd. Deze agenda stelt vast dat we op landelijke schaal moeten blijven investeren in innovatie en vernieuwing, zodat we duurzame vervanging van een groot deel van de assets mogelijk maken. Zoals bruggen, viaducten, woningbouw, het gasnet. En dat tegen minimaal 30% lagere kosten, maar met de ambitie significantere besparingen te bereiken. De Bouwagenda stelt letterlijk dat wanneer ambities scherp en dwingend zijn, innovatie volgt.

Toch constateren we telkens weer dat de bouw versnipperd blijft en dat innovatie meestal niet verder komt dan een pilot. We hebben moeite de ideeën en ambities op te schalen. Hierbij voelen veel mensen in de sector zich gehinderd door de aanbestedingswetgeving en de nog steeds vaak verkrampte cultuur die rondom het fenomeen aanbesteden rust. Ook de marktvisie geeft geen duidelijke richting als het op ambities aankomt. Dit beperkt ons de Bouwagenda op volle kracht te realiseren.

In mijn functies als Chief Procurement Officer heb ik gezien wat werkt en wat niet werkt, welke aanbestedingen tot stilstand, gevechten en gedoe leidden en welke tot versnelling en voorspoed. Wat ging er vaak mis? Dat is een combinatie van drie factoren. Ten eerste een te rigide of te veilige interpretatie van aanbestedingsregels, met als doel juist gedoe te voorkomen. Ten tweede het gebrek aan goede implementatie. Ten derde het ontbreken van een wervend groter belang, een ‘pull’ om af te wijken van de standaardwerkwijzen.

Haal meer rendement uit de regels
In mijn ervaring zijn de aanbestedingsregels niet beklemmend. Wel kader stellend. Uiteraard is het van groot belang binnen de regelgeving te handelen. Ik noem dit de hygiëne. Waarom worden die regels dan zo vaak als beklemmend ervaren? Omdat ze heel vaak als eng geïnterpreteerd worden, wat een soort self fulfilling profecy oplevert. En omdat het in veel organisaties echt vervelend wordt gevonden als er rechtszaken worden aangespannen. Met onrust bij het bestuur tot gevolg. Er is vaak angst en rigiditeit op de werkvloer als het op aanbestedingsregels aankomt. Mijn pleidooi is dus niet de regels omver te gooien. Wel om daar, binnen de kaders, veel meer rendement uit te halen.

In de tweede plaats lukken noodzakelijk vernieuwingen niet of niet goed, omdat ze vaak half geïmplementeerd worden. De vernieuwingen komen vaak helemaal niet uit de verf, of in de betere gevallen niet veel verder dat pilots of slechts enkele projecten.

Een derde factor ligt in een combinatie van twee sleutels: ambitie en teamperformance. Het begint immers met een ambitie, die alleen bereikt kan worden als alle betrokken partijen hun maximale bijdrage leveren, aangetrokken door een wenkend, groter belang. En bereid zijn zich naar dat belang te organiseren. Volgens het aloude principe: one team – one goal.

Deze drie factoren samen leiden tot een visie voor een nieuwe wijze van samenwerking. Dit komt erop neer dat we een passend en goed geïnstrueerd team samenstellen dat met behulp van een formele aanbesteding de meest geschikte partners uitzoekt, die in potentie deze ambitie mogelijk kunnen maken. Dit leidt per partner tot een contract dat zich over meerdere jaren omspant. Samen met die partners wordt die ambitie stap voor stap bereikt. Deze partners zullen mogelijk -binnen het contract- hun bestaande businessmodel moeten aanpassen om tot de ambities te komen. Het bijpassende contract-, pricing en incentivemodel voorziet erin dat dit niet belemmerend, maar versterkend werkt. De betreffende contractpartijen hebben immers de keuze: meeveranderen of achterblijven. Voor de achterblijvers zijn er exits en een open boekhouding sluit wantrouwen over de kosten en baten uit.

Een voorbeeld ter illustratie: Schiphol heeft grote ambities om een digitale luchthaven te worden. Een van de sleutels daarin is biometrisch boarden: reizen door gebruik te maken van gezichtsherkenning. Veilig, snel, makkelijk. Echter, er zijn maar heel weinig partijen op de wereld die dit kunnen. Eén partij had bewezen de software hiervoor ver genoeg te hebben doorontwikkeld via een pilot/testproject op Aruba, andere partijen kwamen niet snel genoeg tot een werkende Proof of Concept. Schiphol heeft de winnende partij in een samenwerkingsverband met andere partijen gecontracteerd op de ambitie: biometrisch boarden binnen enkele jaren breed mogelijk maken op Schiphol. Inmiddels kunnen de resultaten in de praktijk ervaren worden en schaalt Schiphol steeds verder op. Aanbestedingsrechtelijk is er transparant gehandeld, waarbij partijen gelijke kansen kregen. Het vraagt wel anders denken.

In de tussentijd gaan de ontwikkelingen op het gebied van biometrische software in hoog tempo door, kunnen de ambities binnen het contract naar boven bijgesteld kunnen worden en ontwikkelt de markt op dit terrein zich ook buiten Schiphol, zoals in Azië of in de Verenigde Staten.

Legio andere voorbeelden zijn denkbaar. Bijvoorbeeld de ontwikkeling naar predictive maintenance, de realisatie van een circulaire bedrijfsvoering of bij de verduurzaming van naoorlogse woonwijken.

Het bijkomende belang voor Nederland om in deze ontwikkelingen voorop te lopen is niet alleen de concurrerende, klantvriendelijke en efficiënte Nationale luchthaven, maar ook dat de (Nederlandse) bedrijven die deze innovaties realiseren, door hun voorsprong kansen in het buitenland krijgen om daar hun vleugels uit te slaan. “Nederland innovatieland” in de praktijk!

Taak voor de publieke sector
Amerikaans topeconome Mariana Mazzucato gaat nog een stap verder. Zij toont aan dat zonder de leidende rol van de staat om grotere ambities waar te maken, ontwikkelingen als internet, geneesmiddelen en biotechnologie in het geheel niet van de grond waren gekomen. Hier ligt dus een verantwoordelijkheid voor de publieke sector.

Zo verbinden we ons publiek-private netwerk nog sterker aan de toekomst en gebruiken we elkaar om echt verder te komen. Zodat die cyclus van bedenken, ontwerpen, bouwen en evalueren, weer hersteld wordt. Met daaraan toegevoegd een vijfde pijler: de dialoog met de samenleving. Geuze staat daar volledig achter.

Niet het verleden contracteren, maar de toekomst!
Deze nieuwe manier van denken gun ik de bedrijven in de publieke sector. Immers, wij willen niet het verleden contracteren, maar de toekomst, onze ambities. Fundament onder de Bouwagenda, maar ook onder een initiatief als Next Generation Infrastructures! Ook al is die toekomst nog ongewis.

Ik ben er van overtuigd dat we hiermee niet alleen de Nederlandse samenleving met de Bouwagenda een dienst bewijzen, maar ook onze eigen bedrijven en onze medewerkers. Doen, wat mij betreft!

Lees ook het interview met Marc hierover in Cobouw.