PFAS was ooit een wondermiddel door de unieke eigenschappen, zoals brandwerend, vuil- en waterafstotend. Dat voordeel is tegelijkertijd ook een groot nadeel. PFAS is een risico voor zowel de gezondheid van de mens als voor het milieu, omdat de stof niet afbreekt en voor eeuwig in het lichaam en het milieu blijft. Nederland heeft daarom met vier andere landen een voorstel voor een PFAS-verbod bij het Europees Agentschap voor Chemische Stoffen (ECHA) ingediend. Wat betekent dit voorstel voor bedrijven en de zorgplicht van de overheid? Leonie Botjes en Eefje Remijn hebben voor verschillende overheidsinstanties hierover advies gegeven. In dit artikel zetten de stand van zaken van het voorstel voor een PFAS-verbod op een rij. Ook geven ze tips wat je als overheidsinstanties kunt doen, om je op zo’n verbod voor te bereiden.
Nederland diende, samen met Denemarken, Duitsland, Noorwegen en Zweden, op 13 januari 2023 een voorstel in om gebruik, productie, import en export van alle PFAS in Europa te verbieden. Een PFAS verbod is ingrijpend: alle PFAS moet binnen 18 maanden na inwerkingtreding via de REACH verordening van de markt worden gehaald. Essentiële toepassingen waar nog geen alternatieven voor zijn, kunnen uitgezonderd worden.Het voorstel leidde tot ruim 5600 reacties die nog beoordeeld worden.
Vooral Japanse bedrijven hebben van zich laten horen met 938 reacties. Japan importeert en exporteert steeds meer producten van en naar Europa. Het gaat hierbij voornamelijk om machines, motorvoertuigen, chemicaliën en kunststoffen. Veel van deze producten worden door de hightechindustrie ontwikkeld.
De meeste bedrijven ondersteunen een PFAS-verbod vanwege het gezondheids- en milieubelang. Maar een totaal verbod is pas uitvoerbaar als er alternatieven zijn. En deze zijn er nog niet. Een alternatief ontwikkelen kost bovendien veel tijd. Zo’n ontwikkeling kan wel tien jaar duren.
Afgelopen zomer is (voor de beantwoording van motie-Haverkort c.s. 35344 nr. 240) geïnventariseerd dat, tot zover bekend, 34 vergunningen voor het lozen van PFAS zijn uitgegeven. Nederlandse provincies hebben 1689 mogelijke PFAS-bronlocaties in beeld. Dat zijn plekken waar in het verleden verdachte PFAS-activiteiten plaatsvonden, zoals brandweerkazernes en defensieterreinen.
Maar de werkelijke vervuiling is daarentegen waarschijnlijk erger. Een deel van de PFAS-stoffen is onbekend en slechts een beperkt deel van de 14.000 bekende PFAS-soorten wordt gemonitord. De bron is daarbij niet altijd duidelijk. Omdat de stof niet afbreekt, verspreidt PFAS zich vanaf de oppervlakte via de waterkringloop in de atmosfeer. Dit proces zorgt dat PFAS via het water naar de lucht beweegt en vervolgens door neerslag op allerlei plekken in het water en de bodem terechtkomt. Hierdoor kan PFAS, bewust en onbewust, onderdeel van productieprocessen worden.
In april 2024 stelden 11 organisaties, waaronder vakbonden van militairen en brandweervrijwilligers, de Nederlandse staat aansprakelijk voor de PFAS-vervuiling. Zij vinden dat de overheid haar zorgplicht onvoldoende heeft vervuld en daarmee de mensenrechten schendt. De belangrijkste eisen zijn dat de Staat:
erkent aansprakelijk te zijn voor de PFAS-verontreiniging,
alle vervuiling opruimt, en
een landelijk gezondheidsonderzoek uitvoert.
Indien de rechter deze organisaties in het gelijk stelt, heeft de Staat ook belang bij een algeheel PFAS-verbod zonder uitzonderingen.
Een PFAS-verbod is noodzakelijk. De gezondheids- en milieurisico’s zijn voor verschillende PFAS-stoffen aangetoond en dat lijkt nog maar het topje van de ijsberg. Een totaal PFAS-verbod, zonder beschikbare alternatieven voor bepaalde PFAS-stoffen, heeft echter gevolgen voor de industrie. Hoewel er maar een beperkt aantal bedrijven PFAS produceert, raakt het ook vele andere bedrijven. In de elektronica- en halfgeleiderindustrie zijn de unieke eigenschappen van PFAS essentieel voor ontwikkeling van de (meeste) producten. Alternatieven zijn belangrijk om de producten te kunnen blijven gebruiken en produceren.
Commissievoorzitter Von der Leyen kondigde 5 april jl. aan dat gebruik van PFAS-stoffen, welke ‘essentieel voor de groene of digitale transitie of de strategische autonomie’, van het verbod vrij te stellen zolang er geen haalbare alternatieven zijn. De Europese Commissie is echter nog in afwachting van het advies van de ECHA en kan nog niet op de zaken vooruitlopen. Een PFAS-verbod lijkt er dus te komen, maar met uitzonderingen. Voor welke toepassingen en bedrijven die uitzonderingen gaan gelden en voor hoe lang, is onzeker. Een PFAS-verbod zal waarschijnlijk ook leiden tot een snellere ontwikkeling van alternatieven voor PFAS en duurzamere producten.
Om de noodzakelijke alternatieven voor PFAS te kunnen ontwikkelen, geven wij naar aanleiding van onze bevindingen in een aantal opdrachten drie tips.
Bereid je daarnaast als overheidsinstanties voor op het aankomende noodzakelijke PFAS verbod. Richt je niet voornamelijk op het probleem en de oorzaak, maar vooral op de oplossingen. Hoe zouden we willen dat de situatie wordt en welke elementen daarvan zijn nu al aanwezig? Zo biedt een verbod ook kansen voor het bedrijfsleven om samen met de wetenschap duurzame alternatieven te ontwikkelen! Een manier van denken en benadering die zich op oplossingen richt, is essentieel om deze kansen ook te zien.
Wij zetten onze ervaring met vraagstukken binnen waterkwaliteit, duurzaamheid en recht en bestuur en graag in om aan de slag te gaan met uitdagingen rondom alternatieven voor PFAS. Wil je meer weten over hoe om te gaan met een PFAS verbod? Neem dan gerust contact met ons op.
Leonie Botjes
Eefje Remijn