Nederland is 24,5% circulair…, dus versnellen?

Geplaatst op 17 juni 2020

Misschien lijkt het vreemd. Nederland is flink op weg richting de circulaire doelen die zijn gesteld. Toch is een systeemverandering nodig om te versnellen richting de zeer ambitieuze ambities. Hoe zit dat en wat betekent dit voor de bouwsector?

Circulaire samenleving

Systeemverandering in de bouw

Uit het jaarlijkse blijkt dat Nederland 24,5% circulair is. Relatief goed ten opzichte van veel andere landen (gemiddelde is 8,6%). Toch blijkt dat er een systeemverandering nodig is om de ambities te halen (50% circulair in 2030 en 100% in 2050). Wij denk dat die noodzaak nog groter is, omdat hoogwaardig hergebruik nog beperkt wordt beschouwd. Het rapport roept op tot actie met concrete aanbevelingen voor de bouwsector, de landbouw, de energietransitie en voor hoogwaardig hergebruik. Het potentiële resultaat: een 70% circulair Nederland. Wij focussen hier op de aanbevelingen voor de bouwsector.

Wat is de urgentie ook alweer?

In de Urgenda-uitspraak is vastgesteld dat er een reële dreiging van klimaatverandering is met een ernstig risico voor de huidige generatie. En als iedere aardbewoner leeft zoals een gemiddelde Nederlander, zijn er drie planeten nodig. Het goede nieuws is dat we inmiddels bewust onbekwaam zijn. En dus kunnen wij verbeteren, ook in de bouwsector. Deze sector gebruikt nu 50% van alle materialen en 40% van alle energie, is verantwoordelijk voor ongeveer 35% van alle CO2-uitstoot en genereert rond de 40% van al het afval.

Stop demolishing buildings

Het GAP rapport pleit voor het behoud van de huidige gebouwenvoorraad en renovatie, upgraden, of herbestemmen. Belangrijkste argument is dat dit de behoefte aan nieuwe materialen drukt, materialen die grotendeels geïmporteerd worden. Dat betekent aan de ene kant professionalisering van het assetmanagement. Optimaal en data-gedreven beheer en onderhoud leidt tot LCA- (Life Cycle Analysis) en TCO-denken (Total Cost of Ownership) en zorgt voor levensduurverlenging. Daarnaast is strategisch portfoliomanagement noodzakelijk. Hoe kunnen gebouwen nieuwe, duurzame bestemmingen krijgen, blijvend voldoen aan de (toekomstige) vraag van gebruikers en slim worden verbeterd (upcycling).

Het leven in de toekomst

Naast dat de huidige gebouwen zo veel mogelijk blijven staan, moet er ook naar de toekomst gekeken worden met een alsmaar groeiende bevolking en een verandering in de manier van leven. Hier is de mogelijkheid om goed na te denken hoe gebouwen worden gebouwd in het beginstadia van het bouwproces. Denk aan welke materialen er gebruikt moet worden of het multifunctionele modulair bouwen toepassen. Verder zullen materialen vastgelegd moeten worden in een database, zodat de materialen geoogst kunnen worden en de stad wordt gezien als een Urban Mine.

Van afval naar hergebruik

Het terugdringen van de vraag naar nieuw materiaal betekent ook het vrijkomende afval beter hergebruiken op hoogwaardig niveau. En niet langer voornamelijk als betongranulaat voor onder asfaltwegen. Pagina 33 van het Circularity Gap Report  wijst erop dat dit type recycling bijna 9% van de ‘circulariteit’ van Nederland oplevert, zo’n 30 miljoen ton per jaar.

De sloophamer ruilen we in en we gaan demonteren en vrijkomende materialen oogsten. Materiaalpaspoorten zijn daarbij van wezenlijk belang. Deze bevatten informatie over de samenstelling van de gebouwen, gebieden en infrastructuur en zorgen voor effectievere verwerking als de materialen vrijkomen.

Daarbij zijn er zorgen over praktische en juridische obstakels en risico’s. Maar die zijn te tackelen. AT Osborne werkt momenteel in co-creatie aan een Whitepaper, waarin op dit onderwerp wordt ingegaan. Deze wordt naar verwachting in het derde kwartaal van dit jaar gepubliceerd.

Greener pastures: het lonkend perspectief

Het implementeren van deze aanbevelingen kost tijd, moeite en geld. Maar het levert ook wat op: innovaties, nieuwe banen, een voortrekkersrol in de wereld én… een reductie van tussen 171,5 en 221 miljoen ton aan (nieuw) materiaalbehoefte, voorzichtig gesteld op 22,6% van het totaal.

Daarmee is het een bijdrage richting een behoudbare planeet en samenleving.