De ruimte om breder te leren kijken

Pau Lian Staal-Ong laat waardevolle initiatieven niet zomaar aan hun lot over. Ook als het activiteiten betreft waar AT Osborne ‘om niet’ bij betrokken is.

Het kan te vaak in één adem genoemd worden: grote infrastructurele projecten en overschrijding van planning en budget. De Nederlandse overheid worstelde begin jaren negentig van de vorige eeuw met de Betuweroute en de HSL-Zuid, de Britse met de West Coast Main Line, de Duitse met Nuremberg-Ingolstadt, enzovoort. Net in die periode zag in EU-verband NETLIPSE het licht. “Een Europees netwerk”, legt Pau Lian uit, “bestaande uit partijen die betrokken zijn bij LIP’s, ofwel Large Infrastructure Projects. Het doel: uitwisseling van kennis en ervaringen op het gebied van infrastructurele megaprojecten. Want ook in andere EU-landen worden Betuweroutes aangelegd. Zou het dan niet handig zijn om van elkaar te leren, in plaats van allemaal het wiel proberen uit te vinden en dezelfde fouten te maken?”

Beter besteed
NETLIPSE onderzocht vijftien grote infrastructurele projecten en publiceerde de ‘lessons learnt’ en ‘best practises’ in het boek ‘Managing Large Infrastructure Projects.’ Ondanks dit concrete resultaat dreigde NETLIPSE, mede vanwege het vertrek van de directeur, in 2010 ten onder te gaan. Pau Lian, namens AT Osborne betrokken bij het netwerk, kon het niet aanzien. “Er zat zoveel positieve energie in. Doordat er vrijwel alleen publieke partijen bij betrokken zijn, vormt het een veilige omgeving om vrijuit te praten over de grote uitdagingen in de publieke sector. Hoe word je een goede opdrachtgever? Hoe ga je om met publiek-private samenwerkingen? Hoe richt je aanbestedingen in? Als je daar op Europees niveau met elkaar over praat, vergroot je de kans dat publiek geld beter wordt besteed. Ik vond dat te belangrijk om verloren te laten gaan.”

Groei en bloei
Je zal het haar niet zelf horen zeggen. Maar door de vacante directeurspost -waarvoor niemand zich meldde- op zich te nemen, redde Pau Lian een Europees netwerk dat bijdraagt aan de kennisontwikkeling van verschillende overheden. “NETLIPSE groeit en bloeit”, vertelt ze. “Zo hebben we het Infrastructure Project Assessment Tool (IPAT) ontwikkeld. Daar hebben onder andere projectdirecteuren van megaprojecten veel aan. Ze krijgen de pijnpunten van hun projecten, en van projecten waar zij zelf een review op uitvoeren, er snel mee boven water. Mensen van dat niveau volgen geen opleidingen meer. Tijdens onze halfjaarlijkse bijeenkomsten en ook tussendoor discussiëren zij met hun evenknieën uit andere lidstaten, die ook met miljardencontracten werken. Zij vertellen mij dat zij daar meer aan hebben dan aan welke opleiding dan ook.”

Projectteams zijn ‘tribes’
Haar vader werkte bij een oliemaatschappij en werd regelmatig in een ander land gestationeerd. Pau Lian groeide op als expat-kind en sprak nauwelijks Nederlands toen ze op haar 18e in Amsterdam aan een gevarieerde reeks opleidingen begon. “Vanwege mijn achtergrond ben ik internationaal georiënteerd en geïnteresseerd in cultuurverschillen. Daarom heb ik, naast onder meer International Business, Sociaal-Culturele Wetenschappen gestudeerd. Die combinatie is minder vreemd dan het lijkt, want projectteams zijn net ‘tribes’. Cultuurverbanden in organisaties, verschillen in gedrag en aanpak; het valt allemaal terug te voeren op antropologie. Razend interessant.” Vandaar dat Pau Lian graag haar tanden zet in projecten binnen een internationale omgeving, waarin ze mensen van verschillende achtergronden ondersteunt in het samenwerken en van elkaar leren. NETLIPSE is daarvan een goed voorbeeld, maar hetzelfde geldt voor enkele andere van haar activiteiten.

Als iets echt waarde heeft, vind ik dat het gered moet worden. Als dan niemand anders zijn vinger opsteekt, doe ik het.

Drie steden per jaar
IPMA en 100RC zijn zulke activiteiten. 100RC staat voor 100 Resilient Cities. Dit platform, opgericht en gefinancierd door de Rockefeller Foundation, helpt steden wereldwijd om zich te wapenen tegen sociale, economische en fysieke uitdagingen zoals klimaatadaptatie en ongunstige demografische ontwikkelingen. Pau Lian en enkele collega’s geven workshops aan drie steden per jaar, om hen te helpen bij het definiëren van hun uitdagingen en strategieën op het gebied van infrastructuur en mobiliteit. IPMA (de International Project Management Association) is een organisatie met 73 aangesloten landen, die awards uitreikt voor excellent projectmanagement. Voor beide organisaties werkt Pau Lian ‘om niet’. “Super dat AT Osborne mij daarvoor de ruimte geeft. Het bedrijf stimuleert medewerkers om een bijdrage te leveren aan maatschappelijk relevante zaken. Ook als dat betekent dat de uren niet facturabel zijn.”

Flink kwaad
Een andere bijvangst zijn de ontwikkelingsmogelijkheden voor AT Osborne-collega’s. Zoals bij IPMA, waar de voor de award genomineerde projecten beoordeeld moeten worden. Enkele collega’s van Pau Lian draaien daarin mee als assessoren. “Ze komen daardoor op hoog niveau in contact met vakgenoten en leren breder kijken dan ze gewend zijn. Dat draagt ook weer bij aan de kwaliteit van hun werk voor AT Osborne en dus ook aan de kwaliteit van ons werk voor publieke opdrachtgevers.” Opmerkelijk, of juist niet? Pau Lian vervulde, net als bij NETLIPSE, ook bij IPMA de rol van ‘lifesaver’. De projectgroep van de awards viel uit elkaar en de scherven leken niet te lijmen. “Ik heb mij toen flink kwaad gemaakt en de boel vervolgens weer op poten gezet. Het is zo gemakkelijk om te zeggen: we stoppen ermee. Maar als iets echt waarde heeft, vind ik dat het gered moet worden. Als dan niemand anders zijn vinger opsteekt, doe ik het.”